Wélk bos?

Het Duyls Bos…. wélk bos? Waar komt toch die naam vandaan? Het gebied waarin het ligt heet ook Den Duyl van vroeger uit en het ligt aan de Duijlweg, maar tja….wat is dat nou een duyl of hoe je het ook schrijft. Daar gaat het verhaal van vandaag over.  Ga even zitten voor de geschiedenis en herkomst in een notendop.

Oorsprong:
In het centrum van onze nieuwe gemeente Altena, tussen Dussen en Almkerk, bevindt zich een grote kom bestaande uit zware klei op veen. Het maaiveld daalt hier tot 0,8 m onder NAP, dat is 1,5 m lager dan de stroomruggen ten noorden en ten zuiden van deze kom. De kom was vanouds verdeeld over de aanliggende dorpen: Emmikhoven, Waardhuizen, Giessen, Andel, Veen, Babyloniënbroek en Hill. Het grootste deel ervan vormde tot aan de ruilverkaveling de polder ‘Den Duyl’.
In sommige winters liep deze polder door regen en kwelwater langzaam vol. De drie watermolens hadden dan geruime tijd nodig om de polder van bijna duizend hectare weer droog te krijgen. Den Duyl was dan ook vrijwel onbewoond.

Even ten zuiden van Almkerk aan de weg naar Dussen stond hier waarschijnlijk als eerste molen een wipmolen, in 1516, die al vroeg moet zijn afgebrand. Het oude gemaal op de molenfundering (nu een woning) draagt nog de naam ‘De Duyl’. Er stonden 38 molens in Altena die na de Elisabethsvloed van groot belang waren om de polders droog te houden.
Bronnen:
Molendatabase
Brabants Heem

Plant:
Duilen zijn de uiteinden van dikke poreuze stengels van de lisdodde, ook wel sigaren genoemd. Lisdodden staan vaak aan de waterkant, hun wortelstokken zijn soms zó aan de oppervlakte dat ze van ondiep water ‘land’ maken. Er zijn twee soorten: de grote en de kleine lisdodde, het zijn allebei goede waterzuiveraars.
De Latijnse naam ‘Typha’ is het Griekse woord voor moeras, de natuurlijke groeiplaats van lisdodde. De naam lisdodde is ontstaan vanwege de gelijkenis van de bladeren met die van de lis. Dodde slaat natuurlijk op de dotachtige aar.
In Brabant waren nog meer namen in zwang: duilen of duilstok, kontklopper en sigaren.

Het zogenaamde duilenriet is niet geschikt voor het riet wat door dakdekkers gebruikt wordt. Duilen zijn de dikke poreuze stengels van de lisdodde, deze stengels houden langer water vast en zullen daardoor sneller vergaan. Dat kun je niet gebruiken op je rieten dak.
De vruchtkolven werden vroeger vaak gebruikt om lampen schoon te maken. Ook werden de wortelstokken van de lisdodde gegeten, zoals een aardappel geschild en daarna gebakken of gekookt.
De duilen blijven afgeplukt lange tijd goed en zijn decoratief in een vaas, totdat ze openbarsten en er vlokken met duizenden pluisjes vrijkomen.

Het was (en is) een gewilde plant, vandaar deze regel in een polderreglement:
Ende sal daer niemant duylen mogen halen uit een anders rietland.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *