Een paddenstoel is geen plant maar het vruchtlichaam van een schimmel. Meestal leeft die schimmel onzichtbaar onder de grond of onder boomschors, het netwerk aan schimmeldraden krijgt bovengrondse uitlopers waar paddenstoelen groeien en die zien we ook in het Bos.
De paddenstoel is vergelijkbaar met de vrucht van een appelboom, de appel. Alleen is de ‘boom’ (in dit geval de schimmeldraden) niet zichtbaar. Deze schimmeldraden ruimen organisch materiaal op zoals bladeren, hout en dode wormen. Paddenstoelen zijn een soort natuurlijke stofzuigers: meer dan 90% van de afbraak van de organische reststoffen gebeurt door schimmels, maar ze zetten organisch materiaal ook om in voedsel voor planten en andere bodemorganismen. Er zijn ook schimmels die echt samenwerken met bomen, sommige bomen groeien daarom alleen in de buurt van deze bodemschimmels.
Bodemschimmels zijn altijd aanwezig in de bodem in de vorm van een netwerk van draden, de ‘boom’. Er zijn dus eigenlijk het hele jaar door paddenstoelen, maar de meeste in de herfst want dan is de grond vaak nog warm en is de grond vochtig, doordat het vaker regent. Omdat een paddenstoel groeit door zich vol te zuigen met water, zijn dit ideale omstandigheden voor paddenstoelen om te groeien. Ook komt er in de herfst veel organisch materiaal beschikbaar in de vorm van vallende bladeren en afstervende planten.
Er zijn ongeveer 10.000 soorten paddenstoelen waarvan er vele zeldzaam zijn. Ongeveer 1% is eetbaar en er zijn 50 soorten giftig, waarvan een stuk of 6 zelfs dodelijk giftig. Van de soorten die in het Bos groeien weten we niet of ze eetbaar of giftig zijn, dat gaan we ook maar niet uitproberen. We genieten gewoon van de kleine wondertjes die zomaar opeens tevoorschijn komen en van de kleuren en vormen. Je bent natuurlijk welkom om ook te komen kijken!