Klein en fijn

Bij herfst denk je aan boswandelingen en mooi verkleurende bladeren. De herfstwandeling ken je al, die hebben we pas nog met je gelopen, bladeren hebben we ook genoeg; maar ken je die andere kleine herfstige dingen? Dat prachtige mos, zo donkergroen en uitnodigend zacht, of het korstmos, gekleurd, keihard maar echt een kunstwerkje? Ook daarvan hebben we mooie voorbeelden in het Bos, je moet ze net maar zien!

Korstmossen zijn schimmels en ze hebben een soort samenlevingscontract met bepaalde algen, waarbij ze van elkaar profiteren om te (over)leven. Korstmossen groeien erg traag (soms niet meer dan 0,1 mm per jaar) en groeien daarom vooral op plekken waar ze niet door zaadplanten kunnen worden verdrongen. Je vindt ze bijvoorbeeld vaak op boomschors of op kaal gesteente zoals dakpannen, grafstenen en muren, waarop ze kunnen leven. Ze kunnen toe met weinig voedingsstoffen en halen die vaak uit de regen en het stof in de lucht.

‘Gewone’ mossen zijn er ook in vele soorten, maar de mooiste is toch wel die mooie groene met die kleine haartjes erop. Heb jij dat ook dat je er altijd even aan wil voelen? Die haartjes zijn de sporen, waarmee het mos zich kan vermenigvuldigen. Zo’n spore landt dan ergens en gaat zich eerst tot een matje van  celdraden vormen om aan de grond vast te groeien en groeit vervolgens langzaam uit tot een grotere mosplant waarna het proces opnieuw begint.

Dit is nogal een kort-door-de-bocht-uitleg want het voortplantingsproces van mossen is behoorlijk  ingewikkeld en met heel veel verschillende fasen. Als je graag wilt weten hoe het precies in zijn werk gaat dan is de BLWG (vereniging voor mossen- en korstmossenonderzoek in Nederland) een prima uitgangspunt om alles te leren over mossen.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *