Zaterdag 12 september was het dan zover, we gingen onze hop oogsten. We hadden niet gedacht dat er dit jaar al iets te oogsten zou zijn, dus een welkome verrassing. De drie palen in onze hophof waren nogal verschillend gegroeid zoals je zelf al kon zien in het artikel over de groei van de hophof.
We hadden geen idee hoe het zou gaan en hoeveel er af zou komen. We zijn er blanco ingestapt en het was leuk! Ries had zijn dochter Liana meegenomen en jullie webmiss heeft ook meegedaan. Deze keer was zo’n klein ploegje voldoende, maar we hopen jullie volgend jaar in te mogen schakelen als we een grotere oogst hebben.
Hopoogst in vroeger tijden
In de Middeleeuwen was Altena een bekend centrum van hopkweek. Van het drinken van stilstaand water werd men ziek en koffie en thee waren er toen nog niet, daarom werd veel bier gedronken. De hop maakte dat bier langer houdbaar werd en was dus een waardevol gewas om te telen. In het rivierengebied van Altena waren stroomruggronden, deze bleken heel geschikt voor de hopteelt. Er werd geplukt met vrienden en familie en zelfs al in de Middeleeuwen waren er arbeidsmigranten die met de oogst mee van zuid naar noord trokken. Meer over de geschiedenis van de hop in Altena lees je in het eerste artikel over de hophof.
Verwerking van hop
We plukten dus de bellen van de ranken af en roken een pittige geur. Die kwam vrij doordat er geel poeder in de bellen zit, het zogenaamde lupuline, wat de plant tegen ziekten beschermt. De Latijnse naam van hop is Humulus lupulus, naar de lupuline. Het is een bittere stof die in de vrouwelijke hopbellen zit. Zodra die los komt te zitten en je het weg kunt blazen is de hop plukrijp.
We hadden instructies gekregen van Ronald van den Ende, van Hop van Altena, hoe we een goed resultaat zouden krijgen. De steeltjes van de bellen mochten niet mee geplukt worden, dat zou het bier bitter maken. We kwamen allerlei beestjes tegen die we er ook tussenuit hebben gehouden, dat snap je. Vervoer naar de brouwerij moest in een jute zak, zodat de bellen niet zouden verstikken.
Brouwen met verse hop
De vruchtkegels worden na de oogst meestal gedroogd, uitgeklopt en gezeefd zodat de lupuline overblijft. Van 1 kilo verse hop hou je ongeveer 200 gram gedroogde hop over. Met de verwerking van verse hop zit er een groter hopaandeel in bier dan met gedroogde hop of hopextract. Dat kan voor een andere smaakbeleving zorgen, chlorofyl en ‘groene’ aroma’s geven een uitgesproken aroma aan bier. Het brouwproces is wel veel ingewikkelder dan met gedroogde hop, daarom zijn er niet veel brouwerijen die met verse hop werken.
De Altenase hop, van alle 22 hophoven, wordt dit jaar verwerkt door brouwerij Ramses in Hooge Zwaluwe. De brouwer gebruikt tussen de 100 en 200 kilo zogenaamde natte hop op een brouwsel van 1500 liter, dat is erg veel. De oogst van het Bos werd door wethouder Paula Jorritsma naar Hooge Zwaluwe gebracht. Het was 1,45 kilo, een halve jute zak vol, echt goed voor het eerste jaar. Zaterdag heeft Altena in totaal zo’n 120 kilo geoogst. Wij zijn erg benieuwd, want over ongeveer 5 à 6 weken weten we hoe de hop uit Altena smaakt!
DuylsBos Bier…, proost!
We zijn zo benieuwd naar de smaak van het bier waar onze hop in zit Wulf. Maar inderdaad we proosten alvast op een Duyls biertje en verzinnen al toepasselijke namen. Duyls dubbel of Bos’ blond of….uhhh proost!??