Dit jaar vieren we 75 jaar bevrijding. Het voelt momenteel misschien niet zo vrij omdat er allerlei nare beperkingen zijn in verband met het Coronavirus, maar in de oorlog was dat nog veel en veel erger. Wist je trouwens dat klaprozen symbool staan voor het vergoten bloed, oorlogsherdenking en de gesneuvelden? Het verhaal hoe dat zo gekomen is lees je hier.
In het Duyls Bos liggen stenen die ook nog een rol gespeeld hebben in de oorlogsperiode, gedenkstenen van gemalen en wel als volgt:
Een Britse majoor, George L. Sullivan, was gewond geraakt bij Den Bosch en door de Duitsers gevangen genomen, hij werd behandeld in de Citadelkazerne te Gorinchem, is daar ontsnapt en door verzetsmensen naar Hoogblokland gebracht. Na verdere genezing en met valse papieren begint op 1 november 1944 zijn tocht naar het al bevrijde deel aan de overkant van de Maas.
Dick van der Brugge uit Babyloniënbroek haalt hem, samen met 2 andere vluchters, op in Hoogblokland en brengt ze via Hardinxveld – Dordtse Biesbosch – Nieuwe Merwede – Bandijk – Werkendam – Tol – Almkerk – Den Duyl – Hillse Steeg naar Babyloniënbroek. Het ouderlijk schoolhuis van Dick zit vol met ingekwartierde Duitse soldaten dus willen ze diezelfde nacht naar de boerderij van Wim en Bram Straver op Den Hill. Inmiddels is er zoveel chaos op de weg, met evacués en Duitse troepen, dat ze bij Izak de schoenmaker het veld in vluchten om te proberen via de Mosterddijk op Den Hill te komen.
Op de Mosterddijk wil George, verkleumd en koortsig, overnachten in een stroschelf. Ze maken er, een eindje boven de grond, een hol in en eten stukken biet van de akker om de honger te stillen. Dick informeert bij Wim; Bram Straver en gelukkig hebben ze voor George een schuiladres: het gemaal van Hannes de Graaf in de Hillse Polder. Daar was al iemand van het verzet ondergedoken, maar er verbleven ook evacués. Een week later roeien liniecrossers hem via Werkendam door de kreken van de Biesbosch en over de Amer naar Drimmelen en komt George veilig in Antwerpen aan.
In bovenstaand verhaal kom je Den Duyl tegen, dat is de polder waarin het Bos ligt en waar het naar genoemd is; Den Hill, een buurtschap uit 1840 waaraan de Hillse kade in het Bos nog herinnert én het gemaal van Hannes de Graaf waarvan gedenkstenen bij ons liggen. Deze gedenkstenen zijn in 1977 door Jan en Jenny gevonden in het Bos bij de voormalige woning van Hanneske de Graaff (1900-1977), molenaar en machinist op het gemaal Hillse Polder; deze woning is in 1974 afgebrand en stond vlakbij waar nu de hooikap is.
Geschiedenis van de stenen
De Hillse Polder had 2 poldermolens, de ‘Kleine Hillse molen’ en de ‘Grote Hillse molen’. De kleinere molen brandde in 1912 af en op de fundering werd in 1915 een gemaal gebouwd, de eerste steen dus.
De ‘Grote Hillse molen’ werd in 1929 gesloopt en de 2e steen is van het schepradgemaal dat op de molenfundering werd gebouwd; gelijktijdig werd het gemaal van 1915 gesloopt. Het nieuwe gemaal werd het Hill’s Machien genoemd en dat is waar majoor Sullivan een weekje veilig onderdak kreeg.
We denken dat vader Jan de Graaff (1853-1936) en/of zoon Hanneske de ene steen in 1929 en de andere steen bij de sloop van dit gemaal bij de uitvoering van de ruilverkaveling als aandenken heeft meegenomen.
- De Kleine Hillse molen was niet zo klein en had een vlucht (de diameter van de wieken) van 25,70 m en bemaalde 530 ha. In 1912 brandde deze wipmolen midden in de nacht af, na een dag van hard malen; waarschijnlijk hebben spinnenwebben in het rieten dak vlam gevat door vuurresten uit het stookhok.
Op de molenfundering werd een centrifugaalpomp met motor geplaatst, welke niet goed werkte en dit noodgemaal werd in 1929, bij de sloop van de Grote Hillse molen en bouw van het Hills Machien, gesloopt. De gedenksteen van de 1e steenlegging van dit gemaal, op 11 mei 1915, ligt in het Bos op het terras. - De Grote Hillse molen met een vlucht van 26,80 m werd in 1929 gesloopt en vervangen door een schepradgemaal met Thomas Dieselmotor, gebouwd op de molenfundering: het Hills Machien. De gedenksteen van dit gemaal, van de inwerkingstelling op 24 december 1929, ligt ook op het terras.
Een interessant verhaal, dank je.
De geschiedenis van de oorlog raakt aan alle plekken en mensen, direct of zijdelings Lena.
Heel boeiend verhaal!
Dankjewel Loes, verhalen van vroeger en nu, het Bos is verbonden met alle tijden.
Beste Agnes, ik zoek meer informatie over Dick van der Brugge.Ik bezit een aantal brieven van hem die hij aan mijn moeder schreef in 1946/ 1947. Ik vermoed dat hij niet meer zal leven maar wellicht heeft hij kinderen
Ach Fred wat bijzonder! Ik ga jouw e-mailadres doorgeven aan Bas van Andel uit Babyloniënbroek. Deze man weet ontzettend veel van mensen uit de streek en van de historie. Ik denk dat hij licht kan laten schijnen over jouw zoektocht. Succes alvast met deze speciale missie.