Bloeiende boekweit is door de grote hoeveelheid nectar een prachtig gewas voor wilde- en honigbijen. Als de boekweit bloeit, gonst het er van de bijen. Voor de verspreiding van boekweit(zaad) zijn vogels belangrijk, voor de bestuiving zijn de bijen de belangrijkste insecten.
De bloemen bloeien maar één dag, alleen in de morgen gaan ze open en direct na de middag weer dicht. De bijen bevliegen de boekweit tussen negen en twaalf uur ‘s morgens (wintertijd), ze halen zowel nectar als stuifmeel. De bijen weten dat vanzelfsprekend, maar wij van het Bos begrepen eerst maar niet waarom er de ene keer zoveel bijen zaten en een uurtje later niets meer.
Ook reeën bij het Bos vinden boekweit lekker, bepaalde planten langs de rand houden ze kort (zie foto’s in het filmpje), ze lusten graag de jonge blaadjes maar niet de bloemetjes.
Boekweit is een pseudograan, dat betekent dat het geen echt graan is, maar wel vergelijkbare voedingswaarden heeft. Boekweit is een lid van de duizendknoopfamilie, terwijl granen bij de grassenfamilie horen. Het zijn de vruchtjes van de plant die gebruikt worden. De driehoekige zaadjes lijken op beukennootjes, de naam boekweit is dan ook afgeleid van ook ‘beuken tarwe’. De korrels zitten groen en rijp aan een trosje (zie foto halverweg het filmpje). En wist je dat één kilo zaad wel 45.000 zaden bevat?
Boekweit doet het goed op arme grond, kan zelfs niet tegen kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Het gewas heeft een hele korte groeiperiode (slechts 2,5 maand) en is gevoelig voor vorst en voor plat waaien/regenen. Dat is op ons veldje ook gebeurd door de buien van afgelopen week. Vroeger mislukte de oogst hierdoor regelmatig en kreeg het de bijnaam ‘jammerkoren’.
Boekweitmeel bevat veel magnesium, kalium en fosfor. Het is voedzaam en licht verteerbaar. Boekweit is een ‘pseudograan’, de zaden, het meel en alle andere afgeleide producten van boekweit bevatten geen gluten. Tegenwoordig wordt het ook geteeld voor de geneeskunde of dient het als groenbemesting. Het meel van boekweit kan goed worden gemengd met dat van granen, bijvoorbeeld als basis voor pannenkoeken. Geroosterde boekweitkorrels heten ook wel ‘kasja’ en zijn bekend uit de Oost-Europese keuken.